|
Bron: eigen verzameling. Adv. van 18 mei 1967. |
|
Bron: RCA GA. Nieuwsblad van het Noorden, 4 febr. 1967. Jaargang 80, nummer 30. Uitgever Nieuwenhuis. |
|
Bron: RHC GA. Nieuwsblad van het Noorden, 17 oktober 1964, jaargang 77, nummer 245. Uitgever Nieuwenhuis, NDC mediagroep. |
In
1899 wordt er aan het hotel Wisseman, waarvan
Dommering eigenaar is, een grote toneelzaal
gebouwd. Eigenlijk is deze toneelzaal alleen
bedoeld voor het geven van toneelvoorstellingen
maar in 1911 worden er in zaal Wisseman
al filmvoorstellingen gegeven. Hierdoor is de
schouwburgzaal van hotel Wisseman de eerste
bioscoop in Winschoten.
Ook na de komst van het Scala Theater in 1928
blijft Wisseman doordraaien. Publiek is er
immers genoeg. Film is een nieuw medium en de
bezoekers kunnen maar niet genoeg krijgen 'van
den levenden photographiën'.
Dommering is ambitieus. Achter het complex ligt
een machtige tuin waar
's winters een ijsbaan
wordt gecreëerd en in de zomermaanden worden er
concerten gegeven en zelfs organiseert Dommering er een
concours hippique. In een
krantenbericht in de winter op 4 januari 1924 lezen we: "Op de ijsbaan achter hotel Wisseman
is een eerste prijs van ƒ 100,- te verdienen...". Voor die tijd is dat een zeer groot bedrag!
In 1934 loopt een mooi wit paard door de Langestraat op weg naar Wisseman. Het paard vormt het décor bij de opening van De Postkoetsbar, annex Lantarenzaal, waarbij veel journalisten en artiesten aanwezig zijn. In De Postkoetsbar staat een heuse postkoets, waar je in kunt zitten om je drankje te nuttigen. Foto Meyer uit de Langestraat heeft er een foto van gemaakt. Tja, De Postkoetsbar, ik herinner me die bar goed. Elders heb ik er in een artikel over geschreven.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog wordt Wisseman
in 1943 door de Duitsers gevorderd. Ze maken er een Wehrmachtsheim van. Alleen
Duitse soldaten mogen naar de UFA en Tobis films
kijken die er gedraaid worden. De familie Dommering en een deel van het personeel moet onderduiken. Berend Dommering en zijn hoogzwangere vrouw Fini worden gevangen gezet in het huis van bewaring in Groningen. Fini mag haar cel al snel verlaten, maar Berend zit drie maanden vast.
Na de bevrijding nemen de Canadezen hun intrek in Hotel Wisseman. De gemeente huurt het hotel van Dommering en Berend wordt de manager, waar hij voor wordt betaald. Hij heeft dan dus dubbele inkomsten. Bovendien exploiteert hij zelf de bioscoop, waardoor er veel geld binnen stroomt. Omdat de belastingdienst nog niet goed draait, zijn alle inkomsten voor Berend gebaseerd op honderd procent winst. Beter kan het niet.
Het is aan de Canadezen te danken dat het hotel
van naam verandert. Als zij hun
intrek in het hotel nemen, vinden ze het maar wat
vreemd dat het hotel de naam Wisseman draagt en
niet de naam van de eigenaar Dommering. Zij
blijven het hotel dan ook gewoon Hotel Dommering noemen. Vanaf dat moment wordt het hele complex 'Dommering' genoemd en dat is daarna altijd zo gebleven.
In 1949 bestaat de schouwburg van Dommering een halve eeuw. Hét cultureel centrum van Winschoten en wijde omgeving wil daar extra aandacht aan gaan schenken. Berend wil het Concertgebouworkest o.l.v. Eduard van Beinum naar de schouwburg halen. Muziekrecensent Wildeman van het Nieuwsblad van het Noorden is daarover erg pessimistisch. Dat gaat nooit lukken! Berend en Wildeman maken er een wedstrijdj van en wedden om een fles jenever. Berend maakt gebruik van het feit dat Eduard van Beinum een groot paardenliefhebber is. Welnu Berend weet ook het een en ander van paarden en in de Reiderwolderpolder bevindt zich de grootste hengstenfokkerij van West Europa, namelijk die van Mellema. Als Beinum nu een dag eerder naar Winschoten komt, gaat Egbert met hem naar de Reiderwolderpolder. Dat plan lukt. Bovendien maakt Berend van de gelegenheid gebruik om hem ook nog even voor de microfoon van de RONO te slepen, waarmee hij het mogelijk maakt dat de zaal bijna uitverkocht is. Wildeman kost het een fles jenever. De leden van het Concertgebouworkest willen echter niet per bus naar Winschoten reizen en dus huurt Berend bij de NS een complete trein voor hen. Als de trein 's middags op het station in Winschoten aankomt staat het zwart van de mensen. De bevolking ziet er niet vaak een dieseltrein en bovendien wordt deze ook nog bevolkt door het Concertgebouworkest. Berend heeft dit een kapitaal gekost. Het concert kost maar liefst tienduizend gulden, terwijl een kaartje slechts f 7,50 doet. Zijn oom betaalt de kosten en moet ook nog eens opdraaien voor een extra reis naar het Concertgebouw in Amsterdam om het oplopende podium op te meten en na te laten bouwen in Winschoten.
|
De ijsbaan achter Hotel Wisseman (Dommering). Deze loopt door tot aan de Oosterhaven. Het is ook gebruikt als concours hippique terrein. De eerste concours van de Noord-Nederlandse Hippique-vereniging is hier gehouden op 28-07-1899. De foto dateert van omstreeks 1902. Bron: Eigen verzameling. |
Een krantenbericht van vrijdag 27 mei 1952 meldt
het volgende: 'Dommerings tuin gaat weer
open'. De 'IJsclub
Winschoten' organiseert er dan grote feesten en in de zomer is er weer een een
concours hippique in de tuin, waarbij de ijstent ook
gebruikt kon worden. Heel Oldambt en
Westerwolde komen daar bij elkaar. Het schijnt
de beste huwelijksmarkt van noorden te zijn
geweest. Alleen voor boeren natuurlijk...
In de tuin worden weer concerten gegeven, gefuifd en
gedanst. De promotiefeesten van de H.B.S. en
het gymnasium worden er ook gehouden. De tennisbaan van 'Helios' (die nu niet meer bestaat),
ligt er dan nog niet. Op die plek ligt dan de
moestuin waar chef-kok Otto du Pré de baas is.
Het schijnt dat hij daar, als kip of eend op het
menu staat, eigenhandig de loslopende kippen
en eenden slacht.
|
Bron: RHC GA. Artikel: 'Halve eeuw in de horeca'. Berend (Bé) Dommering. Foto: Nieuwsblad van het Noorden, 2 juni 1984, jaargang 97, nummer 130. Uitgever Nieuwenhuis, NDC mediagroep.
|
In 1954 koopt Berend (Bé) Dommering het hotel, waarvan het oudste deel uit de 17e eeuw stamt, met geleend geld van zijn oom, naar wie hij is vernoemd. Het kost hem een kwart miljoen gulden. Maar dat heeft Berend er voor over. Een hotel waar nog Kozakken hebben gelogeerd en dat in de 17e eeuw 'Het Steenen Logement' wordt genoemd, wordt nu bevolkt door veel mensen uit Skandinavië. Het hotelgedeelte loopt erg goed. Eenmaal per jaar gaat Bé naar Zweden om de bedden aan de man te brengen en vervolgens volgt er een enorme aanloop van Skandinavische bussen die op weg zijn naar de bollenvelden of naar Parijs. Winschoten wordt dan een tussenstop, want in Duitsland mogen in die tijd nog geen buitenlanders overnachten. Deze periode is voor Berend een gouden tijd.
Ook de schouwburg- en bioscoopzaal lopen erg goed. Alle grote artiesten zijn er geweest. Wim Sonneveld, Wim Kan, Toon Hermans, Paul van Vliet, de toneelspelers Albert van Dalsum, Ank van der Moer, Ko van Dijk en Paul Steenbergen. Ook komen er verschilende orkesten en kamermuziekensembles. In het populaire gebied komt Eddie Christiani regelmatig. Berend is met hem bevriend. Ook Max van Praag en The Kilima Hawaiïens komen na de oorlog vrijwel elke week een keer optreden in de schouwburg. Max Taileur is er kind aan huis en Imca Marina treedt er op tijdens een amateuravond. Hele reeksen artiesten en orkesten volgen, ook uit de jazzsector, zoals The Ramblers, The Skymasters, The Dutch Swing College Band en zelfs Coleman Hawkins. In het populaire genre wordt Rob de Nijs regelmatig gecontracteerd en uit Engeland laat Bé, Allan Price overkomen. Bé contracteert de artiesten zelf en treedt daarmee in de voetsporen van zijn grootvader. Bovendien reist hij vaak per trein naar Amsterdam, huurt daar paard en wagen, inclusief koetsier, om de bagage en de toneelattributen naar Winschoten te laten brengen: gewoon als service van de zaak. Daarmee wint Berend het vertrouwen van elke artiest, omdat veel entertainers er tegenop zien om zo'n lange reis naar Winschoten te maken.
Lang geleden komt ook de helderziende Peter Hurkas regelmatig met een optreden naar de schouwburg.
De verbaasde menigte in de schouwburg kan de ogen en oren niet geloven. Berend raakt bevriend met de man en samen zijn ze een keer gaan stappen in Parijs. Fine, de vrouw van Berend, gaat ook mee. Als Peter Hurkas een foto van Fine in handen krijgt, vertelt hij dat ze direct naar een vrouwenarts moet gaan, want haar linker eileider is verstopt en de rechter is ook niet in orde. Fine kan dat niet geloven, want ze is net bij een vrouwenarts geweest. Terug in Nederland is ze echter direct naar een andere dokter gegaan en .... inderdaag Hurkans heeft volkomen gelijk.
De jaren vijftig zijn vette jaren voor Dommering.
Niet alleen loopt het storm met de
schouwburgvoorstellingen, ook de bioscoop is
telkens uitverkocht. Dommering is weer een begrip
geworden, niet alleen in Winschoten maar voor
heel Noord Nederland. De Snip en Snap revues, de TikTak shows (van de thee) en
diverse grote artiesten uit binnen- en
buitenland zijn bij Dommering te zien. De
dansavonden in de Blauwe Zaal zijn bij veel oud inwoners van
Winschoten kostbare herinneringen. The Javelins,
Ten Leq, Dave Barry, David Garrick, Dizzy & the
Dynamites, The Ro-D-Ys, René Five e.a., ze treden
allemaal op bij Dommering in Winschoten. Het hotel
en het restaurant zijn befaamd en het hele land en de schouwburg wordt
zelfs 'het Carré van het Noorden' genoemd. Lou Bandy, Heintje Davids en Kitty Prins komen
met de voorstelling van Variété Faveur en op
zaterdag zijn er twee kindervoorstellingen.
|
Bron: RHC GA. Nieuwsblad van het Noorden, 21 maart 1963, jaargang 76 nr. 68. NDC Mediagroep. |
In de jaren zestig, als ik aan de kweekschool in
Winschoten studeer, kunnen wij als studenten
goedkoop in het bezit komen van een 'cultureel
abonnement' in de schouwburg van Dommering. Mijn
vriend Eltjo en ik kiezen voor een mix van acht
voorstellingen tussen opera, operette en musical.
Ik leer genieten van muziek, zang en toneel.
Als De Parelvissers van Georges Bizet wordt
opgevoerd door het Operagezelschap Forum en het beroemde duet "Au fond du
temple saint", wordt gezongen is het
muisstil in de zaal; er is geen kuchje, geen
geschuifel of gefrommel met papiertjes te horen,
behalve de zang en het orkest. We durven het aan
om na het duet spontaan te gaan klappen. De hele
schouwburg begint mee te klappen en iedereen
gaat staan. Op het toneel kijken de spelers
enigszins verward naar het publiek. Het is immers niet
gebruikelijk dat men middenin een opera begint te
klappen en te juichen.... In 1965 wordt de Blauwe Zaal van Dommering opgevrolijkt met weelderig geschilderde taferelen uit de opera 'Der Rosenkavalier' van Richard Strauss. Ze zijn afkomstig van de décors waarin het Operagezelschap Forum twee seizoenen geleden de beroemde opera 'Der Rosenkavalier' met zoveel succes heeft opgevoerd. Ik herinner me het nog als de dag van vandaag.
|
De RO-D-YS. Foto: Eigen verzameling. |
In de jaren zestig wordt Dommerings tuin niet meer
gebruikt. Er is nog wel eens een meeting, maar
meestal gebeurt er niets tussen de muur aan de
achterzijde en het gebouw aan de voorzijde.
Om de tuin nieuw leven in te blazen heeft
Dommering de tennisbaan bij het complex
getrokken. Daardoor ligt er dan een stuk grond
van 2000 vierkante meter, de vijver en de
aangelegde stukken niet meegerekend. Hij wil
ook nog de schooltuin van de H.B.S. aan de Johan
Modastraat overnemen van de gemeente. Daardoor
zal het terrein groot genoeg worden voor het
vergrote concours hippique dat nu jaarlijks op het
gemeentelijk sportterrein plaatsvindt en waarbij
al het gras wordt vernield.
Verder denkt Bé aan de aanleg van een
sintelbaan voor atletiek, speedway e.d. Aan de
kant van de Dr. D. Bosstraat komt een terras in
zeven lagen dat ook gebruikt kan worden als
toneel bij openluchtvoorstellingen in de tuin.
Aan de overliggende westzijde van de tuin zal
een fietsenstalling komen voor duizend fietsen.
In de tuin zelf kunnen weer zang- en muziekconcoursen,
concerten en meetings georganiseerd worden.
Kortom, Dommering zal opnieuw het levende culturele
centrum van Oost-Groningen worden.
Wie alvast even wil proeven aan de voornemens van Berend Dommering kan terecht
op de Pinksterbeurs die in Dommering
wordt gehouden. Er zijn in de Blauwe Zaal dames-
en herenmodeshows, demonstraties van de Ruton-set,
het Hauser dieet en de hogedrukpan. In de schouwburgzaal wordt een concert van de Amsterdamse Politiekapel
opgevoerd met stukken van de bekende Winschoter
componisten Cerfontaine en Van Zweeden. TikTak
en een aantal kleine kruideniers bieden tegen
gereduceerde prijs het publiek een grote
Cabaret-revue aan. Er zijn filmvoorstellingen van het
koninklijk bezoek aan de V.S. en Canada en 's
avonds is er met medewerking van het Ambonees
Hawaiïan-orkest Soeare Lease een geweldig feest.
Als allerlaatste is er een auto- en motor-oriëntatietocht
die om 3 uur begint bij hotel Vrijheid. De
prijsuitreiking is 's avonds op het groot auto-
en motorbal. Men hoeft zich niet te vervelen!
|
|
De voorzijde het hotel, café, restaurant Dommering met daarachter de Blauwe Zaal. In het midden de ingang naar het hotel, café, restaurant, waar altijd en portier in tuniek aanwezig is. Aan de voorzijde zien we ook een terras, waar gasten iets kunnen eten of drinken. De ingang naar de zalen bevindt zich links van het hotel en bestaat uit een vrij lange, brede gang. Foto: eigen verzameling. |
|
|
|
De schitterende schouwburg, annex bioscoopzaal van Dommering. Foto: eigen verzameling. |
|
Het begin van het einde
In maart 1967 neemt Berend een makelaar uit Amsterdam in de arm om het hotel, café, restaurant, schouwburgzaal annex bioscoopzaal en dancing te verkopen. In de eerste plaats gaat het om de schouwburg-bioscoopzaal, maar als er zich een gegadigde aandient, wordt alles verkocht. Het begint voor een particulier een onmogelijke opgave te worden om zonder subsidies (en die krijgt Dommering niet) toneelgezelschappen naar Winschoten te halen. De totale kosten voor een dergelijk optreden komt as gauw op zesduizend gulden en bij een entreeprijs van zeven gulden moet de zaal helemaal vol zijn, wil hij de alleen al de kosten er uit halen. Het is te danken aan de verenigingen, zoals 'De Harmonie', die door de gemeente gesubsidiëerd worden, dat men in Winschoten nog kan genieten van culturele manifestaties.
Dan komt alles in een stroomversnelling terecht. Aan Dommering komt op 1 augustus 1967 plotseling een abrupt eind
als de grote schouwburg- en bioscoopzaal door
een felle brand compleet wordt verwoest. De oorzaak is nooit achterhaald. Het hotel en de Blauwe Zaal blijven behouden. Heel
Winschoten loopt uit om een stuk geschiedenis te
zien opgaan in vuur en rook. Huilende mensen
staat toe te kijken hoe een prachtig theater van
een ambitieus persoon in luttele minuten vergaat
tot as en roet.
Zestien dagen na de brand, op 17 augustus, overlijdt de oom van Bé naar wie hij is genoemd. Berend Dommering, vrijmetselaar, geboren op 15 maart 1886 te Winschoten is 81 jaar geworden en overlijdt in Lugano, waar hij op dat moment verblijft. In het crematorium van Groningen wordt onder grote belangstelling de oud-directeur van hotel en schouwburg Dommering gecremeerd. De burgemeester van Scheemda noemt hem een goede gastheer, 'die door zijn eenvoudigheid en goede zorgen bij velen sympathiek was. De brand die de schouwburg van Dommering verwoestte heeft hem erg aangegrepen. Vooral de wijze waarop nu de culturele activiteiten opgevangen moeten worden, hielden hem erg bezig', aldus de burgemeester. Zijn neef, Bé Dommering, neemt ook het woord, evenals de heren Post Cleveringa en Ds. J.H. Hylkema, doopsgezind predikant te Assen. Terwijl de organist muziek uit de opera 'Die Zauberflöte', de lievelingsopera van de overledene speelt, onttrekt de kist zich aan de ogen van de aanwezigen. De crematie wordt door talrijke vertegenwoordigers van organisaties, waar wijlen Berend Dommering een bestuursfunctie in heeft bekleed, bijgewoond.
Op 1 november 1967 moet Bé het hotel-café-restaurant gedeelte sluiten omdat er nauwelijks gasten meer komen. Aan 24, in hoofdzaak vrouwelijke personeelsleden wordt ontslag aangezegd. De chef-kok vertrekt op 15 oktober als naar het café-restaurant-schouwburg in Dronten. Er is brand geweest bij Dommering en dus denken velen dat er van Dommering niets meer over is: de mensen blijven weg. Dommering is nog wel doorgegaan met een dancing in de Blauwe Zaal, maar
ook deze is niet onder een gelukkig
gesternte gebouwd. In 1971 breekt er opnieuw
brand uit en ditmaal is het voorgoed over en uit
met Dommering. Zowel de Blauwe Zaal als het hotel-restaurant, branden tot de fundamenten af. Van het eens zo machtig grote complex restereert alleen nog een hoop zwarte geblakerd steen en hout. In het algemeen wordt gedacht aan brandstichting, waardoor Dommering vier jaar lang met de verzekeringsmaatschappijen heeft moeten knokken. Dommering wordt indirect verdacht van het stichten van brand, maar daarvan is nooit een enkel bewijs gevonden. De branden en de verdenkingen zijn voor Bé Dommering een dieptepunt in zijn leven geweest. In de periode dat hij aan het procederen is tegen de verzekeringsmaatschappijen gaat hij samen met zijn zoon George (geb. 1944 en thans wonende te Annen) rechten studeren in Leiden, met als keuzevak ontslagrecht. Hij schrijft een scriptie over de Drank- en Horecawet en overweegt een juridisch adviesburo te beginnen. Hij wil zijn aandacht vooral gaan richten op de toeristische sector en dan speciaal het horecabedrijf. Hoe kan het ook anders! Op 7 juni 1979 studeert hij af als meester in de rechten;. hij is dan al 63 jaar. Voortaan wordt kan hij door het leven gaan als Mr. Berend Herman Dommering, maar iedereen blijft hem gewoon Bé noemen. Dat hij rechten is gaan studeren is niet zomaar uit de lucht komen vallen. Bé wil het verzekeringswezen een hak zetten...
Tegelijkertijd exploiteert hij samen met zijn zoon, het café L'Esperance in Leiden. Dit café wordt in 1814 opgericht. Het is één van Leidens oudste, zo niet oudste café. Een café rijk aan tradities en historie. Dit is o.a. de stamkroeg geweest van de Soldaat van Oranje, hier zijn de flessen jenevers meegegeven aan de Engelandvaarders. Het café bestaat nog steeds.
Samen met zijn zoon George is Bé op 68-jarige leeftijd eigenaar van goed lopende horecabedrijven, behalve in Leiden ook in Groningen. Ze bezitten een partyservicebedrijf en een kamerverhuurkantoor. Ook heeft Bé een juridisch adviskantoor, is hij vice-voorzitter van de provinciale Groninger VVV, hoofdbestuurslid van de ANVV en bestuurslid van het Nationaal Rijtuigenmuseum in Leek.
Bé Dommering overlijdt op 8 december 2000. Hij wordt begraven in het familiegraf van zijn ouders George Dommering (1881-1918) en Hindrika Margaretha Heddema (1888-1954) op de begraafplaats aan de Hofstraat in Winschoten. Hij is de laatste van het horecageslacht Dommering in Winschoten, ooit begonnen met Edo Hero Dommering (1752-1806), broodbakker te Groningen. Na een aantal broodbakkersgeslachten komen we in 1816 voor het eerst Jan Dommering tegen, eerst stuurman, vervolgens kapitein, om daarna een koffiehuishouder te worden in Groningen. Het is Berend Dommering (1850-1917) die uiteindelijk in Winschoten terecht komt als hotelhouder, de grootvader van Bé.
Op de plaats waar dit legendarische
cultuurpaleis heeft gestaan is thans onder meer
de HEMA gevestigd. Het terrein erachter en ernaast waar onder meer de zalen en de grote tuin
waren, staat sinds 2008 al een
hele tijd een leeg en verloederd winkelpand, anno 2013 wordt er een nieuw winkel- en wooncomplex aan de Langestraat gebouwd. Aan het marktplein is de naam Dommering weer na jaren herkenbaar geworden, daar is een bruin café gevestigd die herinnert aan het verleden en is Café Dommering genoemd. Een verre familielid van Bé, Prof. Mr. Egbert J. Dommering (1943) is sinds 1988 hoogleraar informatierecht aan het Instituut voor Informatierecht van de Universiteit van Amsterdam. Daarnaast is hij werkzaam als advocaat, gespecialiseerd in telecommunicatie-, media- en entertainmentrecht. Als advocaat is hij verbonden aan het advocatenbureau Brinkhof. Dommering begint daar in 2005. Eerder heeft hij gewerkt hij bij Buruma & Maris en bij Stibbe vanaf 1995. Verschillende generaties zitten nog steeds in de horeca of de advocatuur. De familienaam Dommering is nog lang niet uitgestorven.
George & the Rebels
George is de zoon van Bé Dommering, de befaamde eigenaar van
Winschotens uitgaanscentrum bij uitstek. Hij
begint in zijn schoolperiode al met zingen op
schooluitvoeringen en treedt in
Dommering op met o.a. Anneke Grönloh en met The
Lords. In september 1964 wint hij een
talentenjacht van platenmaatschappij Phonogram en muziekblad Muziek Express in Scheveningen.
Hij zingt liedjes als 'Summertime' en 'Twistez blues', waarbij hij begeleid wordt door The Hot
Fighters. In 1965 maakt George een 'hit split'
single met het liedje 'You Turn me On', wat een
hit wordt in Amerika. Hij wordt begeleid door
sessiongroep The Rebels. In deze groep speelt
ondermeer jazz saxofonist Jenne Meinema mee en
waarschijnlijk ook Lou Leeuw van de Rocking
Tigers en de Zamora's. Sommigen geven aan dat
The Rebels ook the Lords zijn, maar dit staat
niet op de hoes. Het lied is opgenomen in de
Blauwe zaal van Dommering en op de B-kant staan
The Zamora's, die afkomstig zijn uit Emmen. The
Rebbels bestaat o.a. uit Jenne Meinema (sax) en
Lou Leeuw (bas).
De tuin van Dommering
Signant detail over de tuin van Dommering is dat
Eppo Groenbroek, zoon van Jan en Luus Groenbroek,
daar nu woont met Pieter van Delden. Eppo behoort tot de nazaten De Vries en is daardoor familie van schrijver dezes.
Bronnen:
01. RHC GA. Halve eeuw in de horeca. Nieuwsblad van het Noorden, 2 juni 1984.
02. RHC GA. Rosenkavalier-zaal bij Dommering. Nieuwsblad van het Noorden, 29 maart 1965.
03. RHC GA. Alleen gemeenten kunnen cultureel centrum sinds 1899 reden. Nieuwsblad van het Noorden, 9 maart 1967.
04. RHC GA. Hotel Dommering in Winschoten gaat dicht. Leeuwarder Courant, 28 september 1967.
05. Koninklijke Bibliotheek C 65. B. Dommering gecremeerd. Nieuwsblad van het Noorden, 22 augustus 1967.
RHC GA = Regionaal Historisch Archief, Groninger Archieven.
Deze pagina maakt deel uit van www.nazatendevries.nl.
Aan bovenstaande tekst is de uiterste zorgvuldigheid besteed.
Desondanks kunnen er best fouten voorkomen.
Constateer je fouten en/of heb je vragen, correcties, aanvullingen...geef die dan even aan mij door via mijn E-mail adres.
Laat ook eens een bericht achter in het Gastenboek. |
Hoogeveen, 15 juli 2008.
Geheel herschreven een aangevuld: 12 april 2013.
Verhaal: © Harm Hillinga.
|
|
|
↑ Top |
|